Nieuws > De nieuwe spelregels en het éénvakskorfbal

6 september 2007, 12:09

De afgelopen weken zijn er wat vragen gerezen over de toepassing van de nieuwe spelregels in met name het éénvakskorfbal, zoals dat wordt gespeeld bij de E- en F-jeugd.

In het éénvakskorfbal is er geen sprake van een aanvals- dan wel een verdedigingsvak; wel is er sprake van kinderen die aan het aanvallen, dan wel aan het verdedigen zijn. Deze functies kunnen van het ene op het andere moment wijzigen en overal in het vak plaatsvinden. Een verdediger kan bij het opbrengen van de bal van de tegenstanders in de buurt van de korf waarop wordt aangevallen de bal onderscheppen en meteen in een schietpositie zijn, dus aanvaller zijn.

De vraag richt zich met name op het nemen van de vrije worp in het éénvakskorfbal.

Aangegeven wordt dat de 4-tallen wedstrijden van de E's en F's in het breedtekorfbal worden gespeeld. Van bewuste zware overtredingen zal er dus bijna nooit sprake zijn en zal het spel nagenoeg altijd worden hervat met een spelhervatting. De E's en F's op dit niveau weten niet om te gaan met vrije worp van 2,5 meter. Zij zijn niet in staat om een situatie neer te zetten, waarbij een nemer en een aangeef zijn betrokken. Bovendien kost het te veel tijd om dit te organiseren. In het afgelopen seizoen werden er formeel wel vrije worpen gegeven, maar in de praktijk zag dit er vaak uit als een spelhervatting. Bij een overtreding wordt er gefloten, de aanvallende partij krijgt de bal, de andere kinderen er omheen (zowel aanvallers als verdedigers) en fluiten om verder te spelen. Wat wel te zien is dat er strafworpen worden gegeven, bijvoorbeeld wanneer een kind bij een scoringskans omver wordt gelopen, of wanneer een meisje een jongen verdedigt (of andersom).

De conclusie moet zijn, dat bij de E's en de F's in het éénvakskorfbal er in hoofdzaak alleen sprake zal zijn van spelhervattingen en strafworpen.

In de nieuwe lesstof van de opleiding tot verenigingsjeugdscheidsrechter krijgt dit aspect van de toepassing van de spelregels uiteraard de nodige aandacht.

Dit is een publicatie van het OJC, juli 2007.